Wijnland Slovenië
Wijnbouw in Slovenië gaat al eeuwenlang terug. Toch is het geen bekend wijnland. Sinds 1991 is het land onafhankelijk en is het aan het opklimmen. Het is zich aan het ontpoppen als land van kwaliteitswijnen, i.p.v. Doordat de wijnhuizen relatief klein zijn, wordt er nog maar weinig geëxporteerd en zien we ze nog niet veel op de Europese markt. Maar, ze zijn het proberen waard!
Veel van de wijnen die worden gemaakt zijn wit en zijn van bekendere rassen als bijvoorbeeld Riesling, maar ook van andere voor ons onbekendere rassen. Het land heeft 3 wijnstreken die allen een overwegend continentaal klimaat kennen met hete zomers en koude winters. De 3 wijnstreken, die weer zijn onderverdeeld in verschillende appelaties, zijn Podravje, Posavje en Primorska.
Wij hebben wijnen van wijnhuis Vino Kuplje uit het gebied Podravje dat gelegen is tegen de grens met Oostenrijk.
De wijngebieden en klimaat
De geografie van Slovenië is divers met verschillende microklimaten. De regio wordt in het noorden begrensd door de Oostenrijkse Alpen, in het westen door Italië en de Adriatische Zee, in het oosten door Hongarije en in het zuiden door Kroatië. Veel van de Sloveense wijngaarden liggen op hellingen en terrassen.
Slovenië heeft drie belangrijke wijngebieden.
Primorska, Posavje en Podravje. Deze drie wijnstreken zijn zelf weer onderverdeeld in verschillende appelaties.
Primorska – de kuststreek
Het gebied ondervindt een flinke maritieme invloed van de Adriatische Zee – primorska betekent ‘aan de kust’. Hier liggen veel van de beste wijngaarden van Slovenië.
Posavje – langs de benedenloop van de Sava
Dit is de kleinste regio en ligt in het zuidoosten van het land. Hier komen nog vooral bulkwijnen vandaan. Hier liggen ook de kelders die vroeger werden uitgegraven voor veevoer, maar die tegenwoordig dienst doen voor wijnopslag.
Podravje – tegen de grens met Oostenrijk
Dit is de grootste wijnregio. Hier heerst met name een landklimaat met droge periodes vanuit de Pannonische Laagvlakte. De druiven behalen hier de meest optimale rijpheid van de gebieden op het moment van oogsten
